Ik krijg zonnepanelen. Moet er ook iets aangepast worden in de groepenkast?

Als je zonnepanelen laat installeren, moet je vaak aanpassingen doen in je groepenkast om de stroom die de zonnepanelen opwekken veilig en efficiënt te kunnen verwerken. Hier zijn de belangrijkste zaken waarmee je rekening moet houden:

1. Installatie van een aparte groep voor de omvormer

Zonnepanelen werken met een omvormer die de opgewekte gelijkstroom (DC) omzet in wisselstroom (AC) die je in huis kunt gebruiken. Deze omvormer moet zijn eigen, aparte groep in de groepenkast krijgen. De reden hiervoor is dat de omvormer constant stroom teruglevert aan het elektriciteitsnet en op die manier het vermogen van je elektrische installatie beïnvloedt.

  • Aparte groep: Voor de omvormer is een aparte groep nodig die niet gedeeld wordt met andere apparaten. Dit zorgt ervoor dat de stroom van de zonnepanelen veilig kan worden afgevoerd naar het elektriciteitsnet. 
  • Zekering (automaat): De omvormergroep moet voorzien zijn van een eigen zekering, meestal met een waarde van 16 ampère (A), afhankelijk van de grootte van je zonnepaneleninstallatie.

2. Aardlekschakelaar voor de omvormergroep

Net als bij andere groepen in de groepenkast, moet de nieuwe omvormergroep beschermd worden door een aardlekschakelaar. Dit is belangrijk voor de veiligheid, omdat het voorkomt dat er lekstromen ontstaan. De omvormer moet in de meeste gevallen achter een aardlekschakelaar van 30 mA worden geplaatst. Let erop dat de aardlekschakelaar type A moet zijn, geschikt voor omvormers.

3. Capaciteit van de groepenkast controleren

Afhankelijk van de grootte van je zonnepaneleninstallatie moet je ervoor zorgen dat je groepenkast voldoende ruimte heeft voor de extra groep(en) die nodig zijn voor de omvormer. Als er geen vrije groepen meer beschikbaar zijn in de groepenkast, moet de kast worden uitgebreid met extra ruimte of een nieuwe kast worden geplaatst.

1-fase of 3-fase aansluiting: In huizen met een 1-fase-aansluiting kan een grote zonnepaneleninstallatie mogelijk problemen geven, omdat de opgewekte stroom op één fase wordt teruggeleverd aan het net. In dat geval kan het nodig zijn om over te stappen naar een 3-fase-aansluiting, waarbij de belasting beter wordt verdeeld over drie fasen.

4. Overbelasting en saldering

Je zonnepanelen kunnen soms meer stroom opwekken dan je verbruikt, vooral op zonnige dagen. Deze overtollige stroom wordt teruggeleverd aan het net. Dit heet salderen. De groepenkast moet in staat zijn om deze teruglevering veilig te regelen. Dit gebeurt meestal automatisch, maar het is belangrijk dat de elektrische installatie goed op deze situatie is voorbereid om overbelasting te voorkomen.

Meterkast en slimme meter: Voor de registratie van de teruggeleverde stroom heb je een slimme meter nodig. Deze registreert zowel de verbruikte als de teruggeleverde energie. Als je nog geen slimme meter hebt, moet deze worden geplaatst door je netbeheerder.

5. Controle van de bestaande installatie

Het kan zijn dat de bestaande bedrading in je woning en meterkast moet worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat de installatie geschikt is voor de extra belasting en teruglevering van de zonnepanelen. In sommige gevallen moeten de kabels naar de omvormer zwaarder uitgevoerd worden om veilig de stroom te kunnen afvoeren.

6. Driefasige omvormer (bij grotere installaties)

Als je een grote zonnepaneleninstallatie hebt, bijvoorbeeld meer dan 5.000 wattpiek (Wp), kan het nodig zijn om een driefasige omvormer te gebruiken. Deze omvormer verdeelt de opgewekte stroom over de drie fasen van de meterkast, waardoor de belasting op de installatie wordt verspreid en de kans op overbelasting afneemt.

7. DC-schakelaar

Naast de aanpassing van de groepenkast, moet er ook een DC-schakelaar (gelijkstroomschakelaar) geplaatst worden tussen de zonnepanelen en de omvormer. Dit is een veiligheidsschakelaar waarmee je de zonnepanelen kunt uitschakelen voor onderhoud of in geval van nood. Deze schakelaar moet toegankelijk zijn en is verplicht bij zonnepaneleninstallaties.

8. Aanpassingen door een professional

Het aanpassen van de groepenkast en de elektrische installatie voor zonnepanelen moet altijd gebeuren door een erkende elektricien of installateur. Deze kan bepalen of je huidige installatie geschikt is, de benodigde groepen plaatsen en zorgen dat alles volgens de geldende normen en veiligheidsvoorschriften wordt uitgevoerd.

Bij het installeren van zonnepanelen zijn aanpassingen in de groepenkast vrijwel altijd nodig. Dit omvat het toevoegen van een aparte groep voor de omvormer, het plaatsen van een aardlekschakelaar, en soms het upgraden van je installatie naar een 3-fase-aansluiting. Het is belangrijk om deze werkzaamheden door een professional te laten uitvoeren om ervoor te zorgen dat de installatie veilig en efficiënt werkt en dat je optimaal gebruik kunt maken van de opgewekte stroom.